Logo

 

oToer
REPORTAGES



Indonesië India
Cambodja



goeroe


oToer
Frivool volksvermaak



Toeristen krijgen steevast een keur aan traditionele volksdansen in regionale klederdracht te zien. Indonesië pronkt graag met haar culturele diversiteit. Haar overwegend moslim bevolking is uiterst tolerant. Te tolerant, volgens sommige conservatieve moslimgroepen. Zij pleiten voor zedelijkheid en strikte fatsoensnormen. Maar het multiculturele Indonesië hecht aan haar vrijheid van expressie.

De vloer van de zolderkamer is bezaaid met make-up spullen, spiegels, haarspelden en dozen met konde haarstukjes. “Wie heeft er nog wat zilverglitters?” vraagt de 20-jarige I’in aan haar zes collega danseressen. Hun dagelijkse optreden begint pas tegen elf uur ’s avonds maar de danseressen hebben wel een paar uur nodig om zich op te dirken in traditionele Jaipongan stijl. Het eindresultaat mag er wezen. Met hun wit geschminkte gezichten, hun indrukwekkende haarknotten en hun glimmende kabaja blouses ogen de danseressen als Indonesische geisha’s. Sierlijk laten ze hun handen dansen, terwijl de heupen ritmisch meedeinen. I’in tikt speels tegen haar heupen en geeft haar beroepsgeheim prijs: een gevulde ‘billenbroek’ die de vrouwelijke vormen accentueert.

“Dat hadden we in mijn tijd niet,” lacht de 66-jarige oud-Jaipongan danseres Esih Sukaesik. Zij begon als 7-jarig meisjes haar danscarrière bij de dansgroep van haar ouders in het Westjavaanse Subang. Ze trokken de hele omgeving rond om de gasten bij besnijdenissen, bruiloften en andere feesten te vermaken met traditioneel Westjavaanse zang, dans en muziek. In Subang en omstreken zijn de rondtrekkende Jaipongan groepen nog steeds een bron van volksvermaak. Esih zelf verhuisde met haar familie in de jaren vijftig naar Jakarta waar ze een vaste podiumplaats kregen. “Die hebben we nog steeds,” meldt Esih trots. Een zoon regelt nu de voorstellingen, maar Esih kan het niet nalaten over zijn schouder mee te kijken. “Vroeger waren de dansen verfijnder, ingetogener. Tegenwoordig dansen ze energieker, sneller ook. Maar is dat frivool of erotisch?” De oude danseres haalt haar laconiek schouders op en trekt haar hoofddoek recht. Ze is zich van geen kwaad bewust. Ze is een goed moslima die vijf keer per dag bidt.  “Ach, sommige mensen veronderstellen van alles, omdat het volksvermaak is, maar wij passen goed op onze meisjes.”

Moraalridders
“He Iqbal uit Cempaka Putih, zal ik eens een liedje voor jou zingen?” Met de microfoon in de handen daagt I’in haar mannelijke publiek uit om verzoeknummers aan te vragen. Zittend op haar knieën op het podium, zingt ze een treurig lied over de liefde. Achter haar dansen vier collega’s op het ritme van de muzikanten. Voor het podium dansen een paar gasten enthousiast mee. Ter beloning stopt Iqbal ieder van hen een aantal verfrommelde roepia biljetten toe. Het is een terugkerend ritueel. Bij elk nummer krijgen de publieksfavorieten wat geld toegestopt. Zo moet het gezelschap haar dagloon bij elkaar sprokkelen. Een vetpot is het niet. Meer dan een paar euro per persoon zit er niet in op een avond.

Conservatieve moslims spreken er schande van. In hun ogen is Jaipongan ‘vulgair’ vermaak waarbij de danseressen hun lichaam ‘prostitueren’ voor geld. Het meest intieme contact tussen de meisjes en het publiek gaat echter niet verder dan een kuis handjes schudden op de maat van de muziek. Maar zelfs dat gaat sommigen al veel te ver. Zij werpen zich op als moraalridders die de ‘verloedering’ met strikte fatsoensnormen willen bestrijden. In 2006 lanceerden diverse conservatieve moslimgroepen een ‘antipornografie en antiporno-actie’ wetsontwerp. Met die wet in de hand hopen zij een eind te maken aan onzedelijk gedrag in het openbaar. Als het aan hun ligt wordt zoenen in het openbaar taboe, evenals het tonen van een blote navel, heup, of borst. Heupwiegend of bildraaiend dansen is ook uit den boze.

Eenheid in Verscheidenheid
Bhinneka Tungaal Ika, vrij vertaald als eenheid in verscheidenheid, is het motto van de Indonesische staat. De Javaanse spreuk, afkomstig uit een gedicht uit 14e eeuw, propageert tolerantie tussen de destijds prominente religies boeddhisme en hindoeïsme. Nu schermen kunstenaars en vrouwengroepen met de leuze uit protest tegen het anti-pornoactie wetsvoorstel en andere gemeentelijke verordeningen die de vrijheid van expressie dreigen te ondermijnen.

De grote meerderheid van de bevolking is weliswaar moslim, maar Indonesië is bij uitstek een multiculturele samenleving met al regionale culturen en gebruiken. De meeste Indonesiërs hebben daar geen probleem mee. Integendeel. Ze genieten met volle teugen van de leeuwendansen die Chinees-Indonesische acrobatiekgroepen opvoeren tijdens het boeddhistische Chinees Nieuwjaar. De hindoeïstische tempelfeesten in Bali trekken ook altijd veel bekijks, evenals de oorlogsdansen in Papoea of het steenspringen op Nias. Regionale overheden promoten lokale tradities als toeristenattractie. Gasten worden steevast verwelkomd met een traditionele dansritueel. Indonesiërs accepteren de regionale verschillen in traditionele gebruiken, gewoonten en kleding als een natuurlijk gegeven.

“Dat willen we graag zo houden,” beklemtoont actrice en dichteres Rieke Diah Pitaloka. Zij is een van de oprichters van de alliantie Eenheid in Verscheidenheid.  “Maar een kleine groep conservatieve moslims probeert nu haar fatsoennormen op te leggen aan iedereen. Dat is een gevaarlijke ontwikkeling.” stelt Rieke. Elk beetje naakt dreigt zo als pornografie te worden  bestempeld, ook al gaat het om schilderijen of standbeelden in een museum of traditionele kledingsstukken. Oude Balinese vrouwen lopen nog altijd met ontbloot bovenlijf rond, Papoea’s uit het hooggebergte dragen alleen peniskokers, de traditionele Javaanse kabaja blouse is van doorschijnend stof gemaakt. En wat te denken van baden in de dorpsrivier, of zonnebadende toeristen op het strand?! Vergeleken met de westerse kledingscode is Indonesië een preuts land. Maar als alles wordt gemeten aan de anti-pornoactie fatsoensnormen is Indonesië een poel van verderf, argumenteert Rieke. “Dat mag niet gebeuren, dat dwingt tot actie.”

Omstreden fatsoensnormen
“Een geweldig spektakel.” De oude Esih heeft goede herinneringen aan de kleurige protesttocht die de alliantie in 2006 organiseerde. “Natuurlijk hebben wij ook meegedaan, het gaat tenslotte ook om ons. Jaipongan is onze belangrijkste bron van inkomsten.” Een oproep van de Kunstraad was genoeg om een bonte stoet van kunstenaars en dansgroepen de straat op te krijgen om hun vrijheid van expressie en recht op werk te verdedigen. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen. Het antipornografie wetsontwerp is flink gereviseerd. Het controversiële ‘pornoactie’ onderdeel dat refereert aan onzedelijk gedrag is geschrapt. “Maar we zijn nog niet klaar,” waarschuwt Rieke.

Het debat over de nationale pornografiewet is nog niet afgelopen. Intussen proberen conservatieve groeperingen op regionaal niveau allerhande gedragsregels en fatsoensnormen af te dwingen via gemeentelijke verordeningen. In verschillende districten zijn ambtenaren nu verplicht om op vrijdag traditionele moslimkleding te dragen en gaan moslim schoolkinderen verplicht gekleed in lange rokken en hoofddoek. De gemeente Tangerang, een industriestad die grenst aan Jakarta, introduceerde een omstreden prostitutie verbod, waardoor elke vrouw die ‘s avonds alleen over straat loopt het risico loopt om opgepakt te worden.  Lilis Lindawati kan erover meepraten. De werkende onderwijzersvrouw werd op een avond rond zeven uur opgepakt als vermeende prostitutuee. Protesten mochten niet baten. Een blik op de poederdoos en de lipstift in haar tas waren voor de rechter genoeg bewijs. “Hij heeft waarschijnlijk nooit in het tasje van zijn vrouw gekeken,” foetert Lilis, “Alle vrouwen gebruiken poeder en lipstick.” Na vier dagen wist Lilis man haar met hulp van de media te vinden en vrij te krijgen. “Schandalig”, oordelen lokale vrouwenactivisten. Zij krijgen regelmatig klachten van opgepakte fabrieksmeisjes. Maar het gemeentebestuur houdt voet bij stuk.

De nationale overheid weigert vooralsnog de wildgroei in lokale gedragsverordeningen aan te pakken, ondanks herhaaldelijke oproepen van gematigde islam deskundigen. Zij veroordelen de gedrag- en kledingsvoorschriften, die volgens hun tot toenemende discriminatie leiden waardoor niet-moslims als tweederangs burgers dreigen te worden behandeld.

Esih moet er diep van zuchten. Ze kan het politieke getouwtrek over zeden en fatsoensnormen niet meer bijbenen. Laat de grote heren het maar uitvechten, luidt haar devies. “Wij kunnen gelukkig nog ongestoord optreden.” Vooralsnog heeft het Jaipongan gezelschap niks te vrezen van de fanatieke moslim moraalridders. “Het teruglopend aantal toeschouwers baart ons veel meer zorgen.” Met weemoed vertelt Esih over de gouden jaren tachtig, toen ze in vijfsterren hotels optraden en tijdens toeristische evenementen.  Nu moet ze concurreren met de televisie en de populaire Arabisch gekruide dangdut muziek. “Die meisjes draaien veel uitdagender met hun achterwerk!”


Hilde Janssen
Verre Reizen - februari 2008


top